Getrouwd met Katherin Velkenar (Valkenaer), dochter van Ariaen Velkenar.
Johan van Wely Rutgersz en zijn vrouw worden vermeld in akten van 09-02-1489, 23-03-1490 en 09-02-1500 inzake een vordering uit een “huwelijksmedegave” op Goessen van Bemmel en zijn vrouw Margaryet Aeriaensdr Valkenier. De rente ad 8 Rijnse guldens wordt op 23-03-1490 overgedragen aan Jasper, heer tot Culenborch. Op 09-02-1500 verkopen zij 4 morgen land onder Oemeren aan voornoemde Jasper. (Bron: Archief Heren en Graven van Culemborgh, RAG 0370). Johan van Wely koopt op 30-09-1476 een windmolen in Rijswijk (Archief heren en graven van Culemborg, RAG 2145). Johan van Wely krijgt op 03-1-1478 een verwinbrief op de onder Ommeren gelegen goederen van de Commanderie van St. Johan te Arnhem overgedragen (Bron: Archief Heren en Graven van Culemborgh, RAG 2148) In 1478 is hij gerichtsman samen met Cornelis van den Poll (familie van moederszijde?). (Bron: Archief Heren en Graven van Culemborgh, RAG 2381). |
Kind:
De nazaten van Johan van Wely en Elisabeth van Leeuwen gaan nu het wapen van Van Leeuwen voeren
Overleden op 21-04-1570.
Getrouwd met Elisabeth Hermansdr van Leeuwen, dochter van Herman van Leeuwen toe Maurik en Petronella van Achoven.
Deze tak wordt daarna wel Van Wely van Leeuwen (Lewen) genoemd.
Op 14-10-1493 is hij samen met Herman van Leeuwen Johansz (zijn schoonvader) gerichtsman (Bron: Archief Heren en Graven van Culemborgh, RAG 1608) Op 15-05-1509 verkrijgt hij 3 morgen land te Rijswijk in leen. Op 09-04-1557 verheft hij het leen met lediger hand en bepaalt hij dat het leen zal vererven op zijn dochter Janna, vrouw van Henrick Aertz. van Ommeren, tenzij Jan Jansz van Wely, en zijn zuster, nagelaten kinderen van zijn zoon, aan Janna overgegeven zullen hebben 4 morgen op het Neerlant. (Bron: leenaktenboek Culemborg,blz. 82). Na zijn overlijden gaan op 21-04-1570 genoemd stuk land en twee andere stukken land in Rijswijk over op zijn kleinzoon Johan van Leeuwen van Wely en zij zoon Willem van Leeuwen van Wely (register leenaktenboek Culemborg blz. 82, 64 en 160) Op 15-05-1509 gaat het leen van 5 morgen land in de maalschap Rijswijk van de Middelweg tot de Broeksteeg naar Willem van Noorde Hendriksz voor Jan van Leeuwen Jansz, onmondig, die niet zal verkopen voor hij 25 is, bij overdrachtdoor oude Jan van Leeuwen Jansz, diens broer. Genoemd in “Ritterbouck oder aenteyckenisse der bannerheeren, ritterschap und edelluyden des Furstendoms Gelre und Graefschap Zutphen” pag. 7 (collectie Nijhoff, handschrift anno 1555): Johan van Leeuwen van Welij. Op 24-04-1570 gaat het over naar Willem van Leeuwen van Wely bij dode van zijn vader. (Register op de lenen van Gaasbeek 140). Johan is kerkmeester van Rijswijk volgens een akte van 25-04-1565 (Protocol van bezwaar, Bank van Kesteren, Rechterlijk Archief Nederbetuwe inv. 203). Johan wordt verder genoemd in het leenaktenboek van het kwartier van Nijmegen onder Dodewaard, Hien, transport van de leen van zijn moeder. Johan van Wely Johanszn was beschreven in de ridderschap en ambtman tussen Maas en Waal. Met zijn twee zonen mede in het verbond der drie kwartieren van Gelre (Gr.Gelders Plakkaetbk App I col. 182). (bron: De Navorscher, jaargang 1890 blz 245). Adriana van Ackervelde Gerritsdr, weduwe van Herman van Leeuwen (diens tweede vrouw?) koopt samen met haar schoonzoon Johan van Wely in 1531 een erfpacht. Op de achterzijde van deze koopbrief staat een door Richard van Rensselaer ondertekende verklaring dat die erfpacht aan hem en andere erfgenamen van zijn overleden oom Jan van Wely op 11 april 1696 was afgelost. Hiermee is de stam t/m Anna van Wely bewezen. (Heraldieke Bibl. 1879 blz. 183). |
Kinderen:
Getrouwd met Henrick Aertsz. van Ommeren, schepen en later burgemeester van Wijk bij Duurstede. (zie De Nederlandsche Leeuw, jaargang 1908 blz. 124 en jaargang 2005 blz. 62).
Genoemd in het leenaktenboek Culemborg in 1557 als dochter van Johan (Register leenaktenboek Culemborg, blz. 82).
Transportakte van een klein perceel land te Wijk bij Duurstede 10-01-1579
(Bron: http://de-wit.net/bronnen/wijk_bij_duurstede-index-transporten-1546-1811.pdf)
Evert van Wely krijgt op 07-09-1574 bij het overlijden van Johan, diens vader in leen een blok tiende in het kerspel Bemmel genaamd Dijkse Tiende in de leenaktenregisters Abcoude en Culemborg (Leenregister commanderij van het Duitse Huis te Utrecht; bron: De Nederlandsche Leeuw 1998 blz. 294)).
Overleden (jong) in 1557.
Getrouwd met Dirksje van Hattem, dochter van Aelbert van Hattem (burgemeester van Maurik in 1524-1525) en Helena van Wijck van Woert.
Op 01-06-1546 legden een vijftal personen een verklaring af dat zij ten tijde van hertog Karel (1492-1538) naar Arnhem waren geweest in een zaak tegen onder meer Johan van Wely. Zij verklaarden dat hij namens het dorp voor klokkenslag gehuurd was en naar Genemuiden ten strijde was getrokken (1522-1527) en vervolgens onder ambtsman Joost van Zwieten naar Utrecht (1527), en dat Johan van Wely derhalve niet tot de ridderschap zou behoren (Bron: CBG jaarboek 1993). Johan wordt genoemd in het leenaktenboek Culemborg in 1557 in verband met zijn overlijden vóór zijn vader, waarbij zijn zus Janna het leen erft, tenzij hij als kleinkind het leen wil. |
Kinderen:
Overleden op 18-11-1584.
Willem van Leeuwen van Wely krijgt op 21-04-1570 na de dood van zijn vader Johan van Leeuwen van Wely in leen 5 morgen land in het maalschap Rijswijk strekkend van de Middelweg tot de Broeksteeg. Op 18-11-1584 gaat het leen na zijn overlijden over op zijn zoon Evert van Leeuwen van Wely (leenregisters Culemborg en Gaasbeek). |
Kinderen:
Evert van Leeuwen van Wely krijgt op 18-11-1584 na de dood van Willem, zijn vader in leen 5 morgen land in het maalschap Rijswijk strekkend van de Middelweg tot de Broeksteeg (leenregisters Culemborg resp. Gaasbeek, hofstede Wijk). Op 03-11-1597 draagt hij het over aan Mr Wolfert van Bylar, die dan in het buitenland is, waarbij Jan van Leeuwen van Wely schrijver voor laatstgenoemde is. (Leenregister Gaasbeek nr.140).
Geboren in 1553 te Rijswijk, Gelderland. Overleden 01-11-1612.
Getrouwd in 1574 met Geertruyd van Bylaer, geboren in 1557 te Rijswijk, (Gelderland), overleden op 03-07-1615, dochter van Wynandt van Bylaer en Cornelia Sweers uit Barneveld.
Verkrijgt 3½ morgen land in leen in het Maalschap Rijswijk, van de Middelweg tot de Broeksteeg en een 2½ morgen land eveneens in Rijswijk. Het eerste stuk grond gaat op 21-04-1570 over op zijn zoon Willem van Leeuwen van Wely. Voor het tweede geeft hij lijftocht aan zijn vrouw Geertruyt van Bylaer en vermaakt het leen aan zijn oudste zoon Jan van Wely of diens broer Wijn van Wely op 04-10-1574. (leenaktenboek Culemborg, blz. 64 en 160). In een lijst van inwoners van Rijswijk uit de 16e eeuw (niet gedateerd) worden 65 namen van “de half bon luyden, de pauperus en de adel” genoemd. |
Kinderen:
De Hugenoot, Nederlands zeevaarder en vlootvoogd Jacques l´Hermite de Jonge vertrok in 1605, 23 jaar oud, met de vloot van Cornelis Matelief op de Orange uit Zeeland naar Malakka, Oost-Indië. In 1607 wordt hij opvolger van Jan Willemsz Verschoor in de loge te Bantam.In 1608 was hij bevelhebber op het VOC schip “Medemblik” dat naar Bantam vertrok om het nieuws van het op handen zijnde Twaalfjarig Bestand te brengen. Hij was opperkoopman in Bantam van 1608 tot 1611. In 1610 door Gouverneur-Generaal Both aangesteld tot Raad van Indië. Hij was toen zo´n 28 jaar oud en stond dus al in hoog aanzien. Zijn denkbeelden werden later ten tijde van Jan Pieterszoon Coen opgevolgd. Bantam, begin 17e eeuw In 1611 is hij zeer rijk als gevolg van particuliere handel met de Middelburg naar patria teruggekeerd. Hij weigert in 1612 om directeur van de handel in Indië te worden. De Nassausche vloot voor Callao de Lima, Peru (bron: boek reis Jacques L'Hermite, 1631) In 1622 werd hij belast met het bevel over de zgn. Nassausche Vloot, bestaande uit het admiraalsschip de Amsterdam, negen andere schepen en een jacht, die via de westkust van Amerika een reis rond de wereld maakte. De vloot vertrok van het Goereese Gat op 29-04-1623 en zeilde via Sierra Leone, Kaap de Lopo Gonsalves (Gabon), Vuurland, de westkust van Zuid-Amerika, leverde slag bij Callao, Peru en Acapulco, Mexico, vandaar over de Grote Oceaan naar Guam, Ambon en Makassar naar Batavia; daarna de terugreis via Kaap de Goede Hoop naar Texel, daar aangekomen op 09-07-1626; de bedoeling van deze expeditie was de Spanjaarden op de westkust van Zuid-Amerika en aan te vallen om hun handel in zilver met Peru (waarmee o.a. de Tachtigjarige Oorlog gefinancierd werd) te stoppen en mogelijk te maken voor de schepen van de VOC. l'Hermite is onderweg overleden aan ziekten, o.a. jicht, tijdens de blokkade van Callao de Lima in Peru. Het Hermite eiland bij Kaap Hoorn is naar hem vernoemd. Theodora van Wely kreeg na zijn overlijden 1000 gulden uitbetaald. The Hermite Islands belong to the Chilean region of Tierra del Fuego, at the southernmost end of South America. They are named after Jacques Termin/Jacques L'Hermite. Main and largest of the Hermite islands is the one called itself Hermite, located northwesternmost in the group. Eastern of Hermite are Herschel and Deceit islands. Smaller and more southern of any of them is Hornos island, worldwide known by being the location of Cape Horn. The southern tip of Deceit island extends southwards through an eye-catching line of sharp-edged rocks known as Los dientes o garras de Deceit (Deceit theeth or claws) that end in a rough islet, the Islote Deceit. Even if not so southern than Cape Horn, this string of rocks is perhaps more impressive than the cape itself, specially during gales. (Bron: Wikipedia). |
2e huwelijk op 14-07-1631 te Amsterdam met Rijck(aert) van Diest (ondertrouwd op 05-06-1631 te Amersfoort), oud burgemeester van Amersfoort, overleden op 24-12-1636 te Amersfoort.
Jacques L’Hermite en Anna van Diest (hun dochter) machtigen Rijck van Diest (oud-burgemeester van Amersfoort) en Theodora van Wely om te Amsterdam ten haren behoeven te lichten zekere som van penningen tot goeddunken van de gemachtigden, 't zij 1, 2, 3 of 4.000 carolus guldens, als hun believen zal, ten laste van comparants aanbeërfde goederen aldaar, noodzakelijke brieven te doen passeren ten behoeve van degene die deze penningen op interest zal zetten.
(Archief Eemland, notariële akte 11-02-1632 J. van Ingen).
Zij machtigen mr. Jelis Borges (dienaar des G. Woords binnen Middelborch) en Harman Andrieszn. (borger aldaar) om uit hun naam te innen en ontvangen van Constantia Lleomite (weduwe van Cornelis Jacobzn.), 284 guldens en 4 stuivers, wat hun toekomt als rest van zekere obligatie van 450 guldens (27-08-1632) en nog twee jaar landpacht van jaarlijks 72 guldens, voor hun portie van het land in Vlaenderen (verschenen leste Martini 1632 ), penningen te ontvangen, quitantie te passeren enzovoorts en daarvan bewijs te overleggen. Getuigen: Aelbert van Diemen en Elias Janzn.
(Archief Eemland, notariële akte 10-03-1933 J. van Ingen).
Hij machtigt Theodora van Wely, zijn huysvrouw, om met Leonora Hauckens, weduwe van wijlen Johan van Wely (haar overleden broer), achterstallige gelden die de een jegens de ander heeft, te verrekenen. Daarover te accorderen of onpartijdige arbiters te kiezen. Penningen te ontvangen, quitantie te passeren en alles te doen hetgeen hijzelf zou doen. Getuigen: Frederick Janzn. van den Ham en Dirck van Crachtwijck.
(Archief Eemland, notariële akte 25-05-1933 J. van Ingen).
Hij verklaart hierbij zekere procuratie op te heffen van hem op Theodora van Wely, zijn huysvrouw, verleend voor notaris Van Ingen op 15, 25-05-1633. Acte ter woonplaats van de comparant op 6, 16-07-1633. Getuigen: Jacob Wouterzn. en Cornelis van Diest. De procuratie van comparant op 10-03-1633 blijft van kracht.
(Archief Eemland, notariële akte 16-07-1933 J. van Ingen).
Voor hemzelf en als man en voogd van zijn huysvrouw handhaaft hij de machtiging aan mr. Jelis Borges (dienaar des Goddelijke Woords te Middelborch) en Harman Andrieszn. (bakker en borger aldaar), gepasseerd voor notaris Joh. van Ingen op 10-03-1633. Zij worden thans ook gemachtigd om de landerijen in Vlaanderen, gemeen met Constantia Lheremite, weduwe van Cornelis Jacobzn., te verhuren, de penningen te ontvangen, quitantie te passeren enzovoorts. De gemachtigden dienen aan hem, comparant, te betalen en niet aan zijn huysvrouw of haar gemachtigden, tenzij comparant haar heeft gemachtigd. Verder wil hij dat genoemde Constantia zich niet bemoeit met de verhuring van het deel van de landerijen dat comparant en zijn huysvrouw aangaat. De gemachtigden dienen rekening en bewijs te leveren en alles te doen wat hijzelf zou doen. Acte ter woonplaats van de comparant. Getuigen: Gerrit Henricxzn. (cleermaker) en Jan Rutgerzn. (mandemaker).
(Archief Eemland, notariële akte 14-09-1633 J. van Ingen).
Als man en voogd van zijn huysvrouw, machtigt hij Henrick Baerntzen Wachtmans (borger te Amsterdam), om in zijn naam met Abraham Thoniszn. (borger van Amsterdam) over de cooppenningen van twee verkochte huizen aan de Keysersgracht aldaar, conform de memorie aan de gemachtigde toegezonden, te liquideren en herrekenen. In vriendschap of gerechtelijk de abuisen daarin gepleegd te corrigeren en Abraham T. en anderen, die hetzelfde zouden aangaan, met justitie daartoe te dwingen en verder alles te doen hetgeen hijzelf zou doen. Akte ten huize van Ewalt van Diemen. Getuigen: mr. Lodewijck van Mulenborch (advocaat van het Hof van Utrecht) en Rijck Jacobs (doelmeester).
(Archief Eemland, notariële akte 22-05-1634 J. van Ingen).
Als man en voogd van Theodora machtigt Rijck zijn vrouw om te compareren voor de Heeren Bevelhebbers van de West Indische Compagnie te Amsterdam en aldaar 600 gulden kapitaal, op naam van haarzelf staande, te doen overschrijven op naam van Piere des Martijns en zijn erven en daarvan afstand te doen ten behoeve van hem. Zij zal de obligatie van dit kapitaal, door zaliger Jaques Lhermite ten behoeve van P. des Martijns gepasseerd, overhandigen. Acte ten huize van Jaques Lhermite de jonge (tevens getuige), andere getuige is Rijck Jacobzn. (doelmeester).
(Archief Eemland, notariële akte 01-12-1634 J. van Ingen).
Zij machtigen Jacques Lhermite (hun schoonzoon en zoon), om de helft der landerijen met getimmer, genaamd 't Huys van Pacientie, bepoting en beplanting met alle toebehoren, in de polders van Watervliet en Bourchoute in het graafschap van Vlaenderen, waarvan de andere helft in bezit is van Jkvr. Constantia Lhermite, weduwe van Cornelis Jacobszn., te "verpantschappen of bezwaren" tot zodanig bedrag als Jacques Lhermite goeddunkt. Dit geldt eveneens voor het gedeelte der landerijen dat comparanten bezitten samen met Wilhem van Wely, cum cuis, gelegen in het koninkrijk van Engeland, omtrent 8 mijlen boven Hull. Het vruchtgebruik uit genoemde goederen zal jaarlijks ontvangen worden door Jacques Lhermite om hem te onthefffen van de borgtochten die hij voor comparanten heeft gesteld en voor de schuld die zij nog bij hem hebben. Acte ter woonplaatse van Jacques Lhermite te Amersfoort. Getuigen: mr. Gijsbert van Dompseler (schepen deser stad) en Elias Janszn. (wijnverlater).
(Archief Eemland, notariële akte 09-03-1635 J. van Ingen).
Hij machtigt Hans van Es (boekhouder op 't West Indische huys te Amsterdam), om van Jkvr. Wilhelma Saelen, weduwe van Johan Soolmans, op de plaats waar dat behoort, te ontvangen het transport van een actie van 300 gulden kapitaal op de West Indische Comp., ter kamer te Amsterdam, en deze op zijn, comparants, naam te stellen. Verder Jkvr. Wilhelma Saelen mededeling te doen over de betaling van de kooppenningen en verder alles te doen wat hijzelf zou doen. Getuigen: Henrick Aertszn. van Os en Cornelis van Ingen (mede-notaris).
(Archief Eemland, notariële akte 12-06-1635 J. van Ingen).
Pieter van Wely was secretaris en coopman op het schip de Amsterdam dat met de Nassausche Vloot onder leiding van admiraal Jacques l´Hermite, de man van zijn zus Theodora van Wely, vanaf 1623 een expeditie maakte in de strijd tegen de Spanjaarden naar de westkust van Zuid-Amerika en Malacca. Zie hiervoor bij Theodora van Wely.
In het journaal van augustus 1623 wordt melding gemaakt van het overlijden van diverse opvarenden voor de kust van Sierra Leone, waaronder:
“Den 30 is Pieter van Weely, secretaris ende commys op ´t schip Amsterdam, overleden.
Den 31 is de voorsz. Van Weely, gheaccompagneert van de heer Admirael ende alle officieren ende een compagnie soldaten, dicht aen de waterplaetse begraven.”
(Bron: Beschrijvinghe van de Voyagie om den Ganschen Aerdtkloot, gedaan onder ´t beleyd van den admirael Jacques l´Hermite ende vice-admirael Gheen Huygen Schapenham in de jaren 1623, 1624 ende 1625, Amsterdam, 1631, herdruk Linschoten Vereeniging LXV, blz.22).
Het journaal van Willem van Brederode, kapitein der mariniers op de vloot:
“Den 31en dito hebben den geheelen dach ende nacht moij weder gehadt. Hebben desen verleden dach het jacht claer gecregen met verdubbelen. Dito es heer Pierer van Welij, coopman ende secretaris op den admirael… begraven, die den verleden nacht … van de loop gestorven was”. Hij werd “dicht aen de waterplaetse”begraven.
(Bron: Op jacht naar Spaans Zilver, Het journaal van Willem van Brederode, Hilversum, 2008, Uitgeverij Verloren).
Op het graf van Welij wiert een blauwen steen, daer sijn naem en Wapen op stont, geleyt
(Bron: Historisch Verhael,alder ghedenckweerdichste geschiedenissen die in Europa.. voorgevallen sijn, N.J. van Wassenaer en B. Lampe, deel V, fol. 68v., Amsterdam, 1622-1635).
Geboren te Barneveld, ca 1569.
Overleden door moord op 14 maart 1616 te ’s-Gravenhage. Begraven op
26-03-1616 (b) in de Zuiderkerk te Amsterdam.
Beroep: Juwelier, diamantair te Amsterdam.
Getrouwd te Amsterdam op 02-01-1597 (t) met Leonora Haeckens / Hawkins uit Antwerpen, dan 28 jaar, begraven op 09-09-1652 (b) in de Zuiderkerk te Amsterdam, dochter van Thomas Haeckens, lijnwaadkoopman te Amsterdam en Anna Wilckens / Willekens.
Jan van Wely was een bekende handelsman in Amsterdam. Hij was handelaar in juwelen, had sinds 1597 met zijn broer Willem een winkel in de Warmoesstraat "In de Gulden Tralie" waar hij behalve juwelen ook oosters porselijn, opgezette dieren, schiderijen, oude antieke munten en exotische verzamelobjecten verkocht
Crispijn van de Passe: Prent over de moord op Jan van Wely, 1616 (Collectie Rijksmuseum, Amsterdam). Op 14 maart 1616 werd Jan van Wely vermoord toen hij juwelen ging afleveren bij Prins Maurits in ´s-Gravenhage. Werner Jacobsz van der Valckert: Portret van een man met een ring en een toetssteen, 1617 (Collectie Rijksmuseum Amsterdam). |
Kinderen:
Verkrijgt op 01-11-1617 drie morgen respectievelijk 2½ morgen land in leen te Rijswijk (Gelderland) na de dood van zijn vader Johan van Leeuwen alias van Wely. Krijgt octrooi om te testeren op 09-04-1641 (Bron: leenaktenboek Culemborg, blz. 82 en 160). In het register op de Culemborgse lenen staat onder de belening van een leengoed in Rijswijk in 1617 “Is de soon van (den) jouwelier die van Jean de Parijs, in den Hage vermoort is; woont tot Amsterdam.” (Bron: De Navorscher, jaargang 1920, blz. 192). |
Geboren in 1601.
Begraven op 17-06-1670 (b) in de Oude Kerk te Amsterdam.
Getrouwd te Amsterdam op 14-12-1627 met Kiliaen van Rensselaer, geboren te Hasselt in 1585, zoon van Hendrik van Rensselaer en Maria Pafraet; overleden, begraven op 07-10-1643 in de Oude Kerk te Amsterdam (grafnr. 52). Kiliaen was eerder getrouwd met Hillegond van Bylaer.
Op jonge leeftijd, waarschijnlijk nog tijdens het leven van zijn vader, kwam Kiliaen van Rensselaer als ‘koopmansdienaer’ in dienst bij zijn oom, de Amsterdamse juwelier Wolfert van Byler Wynantszoon, afkomstig uit Barneveld. Voor hem bereisde Kiliaen een groot deel van Europa en bezocht ook de vorstenhoven oostelijk van de Rijn. In 1608 ging hij naar het hof te Praag om er juwelen te verhandelen. Van die reis dateert zijn oudste bewaard gebleven rapport dat ook informatie bevat over de politieke situatie aldaar.
Toen Van Byler zich uit de zaken terugtrok, richtte Kiliaen met een compagnon het handelshuis Kiliaen van Rensselaer en Co. op. In 1614 werd dit huis verenigd met dat van Johan van Wely (een neef - zusterszoon - van Wolfert) tot de firma Jan van Wely en Co.
Op 16 maart 1614 werd tussen Johan van Wely, Wilhelmus van Wely, Jacques l´Hermite en Kiliaen van Rensselaer besloten een compagnie voor de juwelenhandel op te richten (Bron: Van Rensselaer Bowier manuscripts, A.J.F. van Laer:, Albany, 1908, blz. 45).
In 1616 trouwde Kiliaen met Hillegond van Byler, een nicht van en ook erfgename van Wolfert. Zij kregen twee zonen: Hendrik, die al vroeg overleed en Johan, in 1625 geboren, die na de dood van zijn vader patroon van Rensselaerswijck zou worden. In zijn huwelijksjaar bouwde Kiliaen een nieuw huis aan de pas gegraven Keizersgracht te Amsterdam.
In maart 1616 werd Johan van Wely in Den Haag vermoord. Kiliaen diende de termijn van het met hem gesloten contract uit en vestigde zich in 1620 in Amsterdam als onafhankelijk makelaar in juwelen en edele metalen. In hetzelfde jaar begon hij heidevelden in het Gooi te ontginnen ten behoeve van de landbouw (hij kocht er in 1628 ook het landgoed Crailo). Zijn voorkeur voor de landbouw moet ongetwijfeld in verband worden gebracht met de traditie van zijn voorouders, die hoogstwaarschijnlijk boeren waren op de Veluwe, op de hoeve “de Rensselaer”.
Kiliaen van Rensselaer was dus een Nederlandse diamanthandelaar, die door zijn kolonie Rensselaerswijck in Nieuw-Nederland grote invloed heeft gehad op de Amerikaanse koloniale geschiedenis.
Bij de oprichting van de West-Indische Compagnie in 1621 was Kiliaen daarin hoofdparticipant, en tevens bewindhebber van de Kamer van Amsterdam. Namens die Kamer was hij ook bewindhebber van de WIC zelf. De Amsterdamse kamer werd belast met het beheer van Nieuw-Nederland. Kiliaen had grote belangstelling voor het particulier koloniseren van Nieuw-Nederland door middel van patroonschappen, een soort subkolonie in het grotere geheel van Nieuw-Nederland.
In 1629 stelde de WIC de "Vrijheden en Exemptiën" vast. Deze bevatten de basisregels voor het stichten van een patroonschap in Nieuw-Nederland. Kiliaen meldde zich meteen aan als patroon voor een kolonie rond Fort Oranje (tegenwoordig Albany) aan de Noordrivier (tegenwoordig de Hudson rivier). Hij kocht er land van de indianen en ging een samenwerkingsverband aan met zijn medebewindhebbers Albert C. Burgh, Blommaert en Godijn. In 1631 trad hij af als bewindhebber van de Amsterdamse Kamer van de WIC en wijdde zich vanuit Amsterdam aan de verdere ontwikkeling van zijn nieuwe kolonie, die hij Rensselaerswijck noemde.
Het patroonschap Rensselaerswijck besloeg het grootste deel van de gemeenten Albany en Rensselaer in de staat New York, en een deel van de gemeenten Columbia en Greene.
De resolutie van de Amsterdamse kamer van de West-Indische Compagnie die de toekenning van het land aan Van Rensselaer betrof, luidde als volgt:
Kiliaen van Rensselaer verclaert hemselven cum suis van nu aff aen te wesen patroon in de Noortreviere van Nieu-Nederlant, beginnende boven ende beneden van het fort Orange aen beyde sijden van de reviere mette eylandekens daerin gelegen, soo veele mijlen onderwaerts, als bij de Vergaderinge der XIX gestelt is; van meeninge sijnde metten eersten derwaerts een colonie te deduceren, op de conditiën, bij de Vergaderinge der XIX als vooren beraemt.
De gemeente Rensselaer en de stad Rensselaer in de staat New York lagen oorspronkelijk in Rensselaerswijck en zijn indirect dus naar Kiliaen van Rensselaer vernoemd. De prominente New Yorkse familie Van Rensselaer zijn allen directe afstammelingen van Kiliaen van Rensselaer.
(bronnen: Wikipedia; Werkstuk in het kader van het project “De Wereld van Peter Stuyvesant” van R.L.J.Toet).
In de Oude Kerk rechts van het orgel hangt een plaquette ter nagedachtenis aan Kiliaen van Rensselaer.
Anna en Kiliaen woonden aan de Keizersgracht “In ´t Gekruijste Hart” te Amsterdam.Kaart van Nieuw-Nederland (Johannes Jansz ("Janssonius"), 1650)
Link naar: Kaart van Rensselaerswijck met rechtsboven Weely's Bay en links van het midden het eilandje Wely's Burg, getekend door Gillis van Scheyndel, 1631-1632 (New York State Library)
Overleden op 22-01-1620.
Genoemd in het Leenaktenboek Culemborg op 04-10-1574 (blz. 96). In 1601 dragen elf Amsterdamse kooplieden aan Wijnant van Wely op de Prins op de veldtocht te volgen en hen dagelijks op de hoogte te stellen van de veldtocht (bron: brief d.d. 06-06-1601). Wijnant van Welij wordt in 1613 een akte genoemd als rentmeester van de goederen in leenrecht van het Graafschap Buren (ORA Beusichem 0138 inv 173 folio 165, 20-02-1613) Wijnolt verkrijgt in leen 4 ½ morgen land “streckende van den Broickstege up an die Zuelen toe” op 21-04-1618 als opvolger van Willem Vreem Roelofsz. (Leenaktenboek Culemborg, Gaasbeek, blz. 96). Wijnolt van Wely en Steven van Eck kopen in 1617 12 m land te Rijswijk genaamd De Platters (Protocol Rechtbank Kesteren). Op 06-12-1620 compareert Johan van Welij in plaats van zijn zaliger vader Wijnolt van Welij inzake een beslaglegging van door hen te vorderen pacht. (ORA Beusichem 138 inv 174 folio 50v). Hij is dan kennelijk al overleden. Cornelia van Leuwen van Wely en haar man Coenraedt Notelman alsmede Andries Schouten, burgemeester en Willem Gerritsen, schout van Buren als mombers van de vier onmondige (nog niet volwassen) kinderen van zaliger Wijnant van Leeuwen van Wely verkopen op 20 mei 1626 de helft van een weiland groot vijf of vijfenhalve morgen in het Rijswijkerveld (Protocol Rechtbank Kesteren). |
Kinderen:
Johan van Wely en zijn zuster Geertruyd van Wely worden genoemd in het Leenaktenboek Culemborg op 22-01-1628 “als opvolger na doode van zijn vader Wijnolt en na opdracht door zijn zuster Geertruyd, wie het was toegevallen”. Wichman van Nieuwkercken volgt hem op na opdracht door Geertruyd op 16-3-1928. (Leenaktenboek Culemborg, Gaasbeek, blz. 96). |
Geboren in 1579 te Rijswijk (Gelderland).
Overleden op 20-06-1653, begraven op 25-06-1653 (b) in de Zuiderkerk
te Amsterdam.
Beroep: Juwelier, onder de firma “Van Wely en Kiliaen van Rensselaer & Co”.
Woonde Herengracht 284 te Amsterdam, naast de weduwe van de juwelier Johan van Wely. In 1656 verkochten zijn dochters het huis.
Ondertrouwd/getrouwd op 06-12-1608/20-01-1609 met Maria van Valkenborgh, geboren te Antwerpen in 1580, overleden na 02-05-1621, vóór 1648, dochter van Jan van Valkenborgh en Elisabeth Jansdr Michiels van Vaerlaer.
Getuige bij het huwelijk van Willem en Maria was onder meer haar zwager Marcus de Vogelaer, alias de bekende dichter/schrijver Jacob Cats. Deze was getrouwd met Elisabeth van Valkenborgh. Er bestaat een kopergravure door Michiel le Blon van de wapens van Willem van Wely en zijn vrouw Maria van Valkenburg. Onder de beide wapens staat de volgende woordspeling: “Wil hem Van Weelicheit imand tot deugd begeven / die sterv´ sijn eygenheit en boet´ om ´t eeuwich leven”. Zie onder Heraldiek. Op 20-06-1641 is Wijnand van Bylar, schepen van Wijk, voor de onmondige kinderen van Willem van Wely na verwin leenman van een hofstede groot 7 hont in de maalschap Rijswijk in Wijfdijkerveld. (Bron: Repertorium op de lenen van Gaasbeek, Dr J.C. Kort, Hilversum, 2001, nr. 129) Op 06-02-1648 is hij weduwnaar en woont hij in Wijk bij Duurstede en belooft aan de armenmeesters te Ravenswaaij ƒ 250 met rente uit een half kamp weiland in de Doolaeg te Rijswijk, groot 4 morgen 2 hond, waaraan zijn kinderen de wederhelft competeren. (Protocol van bezwaar, Bank van Kesteren, Rechterlijk Archief Nederbetuwe inv. 203). |
Kinderen:
Jan van Wely, onmondig (= minderjarig) kind van Willem van Wely, wonende te Amsterdam, krijgt op 21-08-1615 in leen 9 ½ hont land te Rijswijk strekkende ten zuiden van de Middelweg tot aan de Magenbergsgrave. Zijn vader is hulder (Register leenaktenboek Culemborg 78). |
07-03-1679 transport van huis en erf aan de Vorderstraat te Wijk bij Duurstede door Willen van Welij aan de Doimeinen te Utrecht, parate ex. Nr 3. (Bron: http://de-wit.net/bronnen/wijk_bij_duurstede-index-transporten-1546-1811.pdf) |
Plechtakte 06-06-1650: 11 morgen land genaamd De Wiltkamp bij Wijk bij Duurstede, de hoofdsom ad ƒ 300 wordt gelost; c.s. zijn dochters Geertruyt en Elisabeth. Plechtakte 08-09-1653: joffr Geertruydt van Welij c.s. aan Dirck de Bie gelost ƒ 400; c.s. Rudolphus van Noordtdijck en Elisabeth van Welij. Plechtakte 29-08-1659: hetzelfde land door Rudolphus van Noordtdijck en Elisabeth van Welij aan Peter Wttenboogardt gelost voor ƒ 3.000. Tevens aan Anna le Petit. Plechtakte 13-01-1662: hetzelfde land door Rudolphus van Noordtdijck aan Cunera Otto, hoofdsom ƒ 1.000, c.s. zijn vrouw joffr. Elisabeth van Welij en zijn schoonzuster joffr. Geertruydt van Welij. Transportakte 07-05-1666: hetzelfde land, door Rudolphus van Noordtdijck en Elisabeth van Welij aan vrouwe Johanna van Harderbroeck en Jacob Mom, belast met ƒ 3.000 t.b.v. Catherina Uittenbogaart, ƒ 1.400 t.b.v. Mr Le Petit, ƒ 1.000 tbv Cunera van Bilsen. (Bron: http://de-wit.net/bronnen/wijk_bij_duurstede-index-transporten-1546-1811.pdf). |
Begraven op 26-04-1653 (b) in de Zuiderkerk te Amsterdam.
Getrouwd op 09-11-1634 (t) te Amsterdam met Anna Maria Isaackz, gedoopt op 26-10-1603 te Amsterdam, dochter van de schilder Pieter Fransz Isaackz en Susanna Craeyborn Willemsdr.
De schoonvader van Thomas van Wely, de portret- en historieschilder Pieter Isaacsz, groeide op in Helsingor aan de Sont. Zijn vader emigreerde met zijn gezin vanuit Nederland naar Denemarken waar hij werkte als handelsagent voor koning Frederik II. Na de dood van Pieters moeder reisde het gezin naar Amsterdam, waar hij zijn schildersopleiding kreeg van Cornelis Ketel. Vervolgens ging Isaacsz in Venetië in de leer bij de Duitse kunstenaar Hans van Aken. In deze periode maakte hij voornamelijk maniëristische schilderijen met Bijbelse thema's. Rond 1593 keerde hij terug naar Amsterdam. Aan het begin van de 16de eeuw werkte hij voor het stadhouderlijk. hof. Pieter Isaacsz onderhield nauwe contacten met Karel van Mander en Hendrick de Keyser. Tot zijn leerlingen behoorden Hendrick Avercamp en Pieter Lastman. |
Kinderen:
Gedoopt op 14-06-1643 (d) te Amsterdam.
Begraven op 31-01-1667 (b) in de Zuiderkerk te Amsterdam.
Getrouwd op 14-02-1666 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam met Jan Baptista van Rensselaer, gedoopt op 18-03-1629 te Amsterdam, patroon van Rensselaerswijck in de huidige staat New York 1652-1658, in september 1658 terug in Amsterdam, overleden op 16-10-1678 te Amsterdam, begraven op 24-10-1678 in de Zuiderkerk, zoon van Kiliaen van Rensselaer en Anna van Wely (XIc.1).
Het wapen van Jan Baptist van Rensselaer in een glas-in-lood raam van
de kerk van Beverwijk (nu Albany geheten, hoofdstad van de staat New York).
Begraven op 08-09-1635 te Echteld.
Op 06-12-1620 compareert Johan van Welij in plaats van zijn zaliger vader Wijnolt
van Welij inzake een beslaglegging van door hem te vorderen pacht, zie hiervoor. (ORA Beusichem 138 inv 174 folio 50v). Johan van Wely en zijn zuster Geertruyd van Wely worden genoemd in het Leenaktenboek Culemborg op 22-01-1628 “als opvolger na doode van zijn vader Wijnolt en na opdracht door zijn zuster Geertruyd, wie het was toegevallen”. Wichman van Nieuwkercken volgt hem op na opdracht door Geertruyd op 16-3-1928. (Leenaktenboek Culemborg, Gaasbeek, blz. 96). Johan van Wely Wijnantsen is eigenaar van de ene helft van een weiland genaamd Meerloos Camp te Rijswijk, waarvan de andere helft op 20 mei 1625 door Leonora Hawkins namens de boedel van wijlen Johan van Wely wordt verkocht (Protocol rechtbank Kesteren). Getuige bij de dopen te Echteld op 30-01-1625, 27-01-1628, 26-07-1635. |
Kind:
Getuige bij de dopen te Echteld op 03-12-1624, 30-09-1632,
04-06-1637, 03-06-1638, 27-01-1639, 17-02-1639, 18-11-1640,
19-12-1641. ..-02-1644, 04-02-1644, 02-11-1679.
Getrouwd op 09-10-1631 (t) te Echteld met Aeltgen Michielsen, afkomstig uit
Moock.
Echteld, 01-02-1630. Reijn van Weelij, wonende te Echteld, bekent een schuld van 500 gld. c.i. aan jr. Johan de Cock van Oppijnen, uit 6 morgen land te Echteld, O: en Z: erfgenamen van jr. Henrick van Brienen, N: de Ooijse steeg. Gerl. Adam van Broeckhuijsen; Reijnier van Weelij. Echteld, 22-02-1642. Reijnolt Janss van Weelij als man van Alith Michielss prom. aan de kerk van Echteld 150 gld. c.i., uit een hofstad in het dorp van Echteld, met belenders als vermeld in nr. 774. Get. Roelof Lam. Echteld, 22-02-1653. Reijnolt van Welij en Alith Michielss van Moock echtel. prom. aan de armen tot Echteld 100 gld. c.i., uit hun huis en hofstad land te Echteld, O: Jan Corneliss, Z: gemenestraat, W: Cornelis Borgertss, N: de heer van Echteld. Get. Willem Berntss; Willem Geritss Crauwell. Echteld, 22-02-1653. Cornelis Borgertss en Willemken van Wijck echtel. prom. aan de huisarmen te Echteld 200 gld. c.i., uit hun huis en hofstad land te Echteld, O: Reijnolt van Welij, Z: en W: gemenestraat, N: de heer van Echteld. Get. Willem Geritss Crauwel. Echteld, 25-12-1653. Cornelis Borgerts en Willemken van Wijck echtel. prom. aan de bloedarmen van Anthonis Geurtss of aan de huisarmen te Echteld 100 gld. c.i., uit hun huis en hofstad land te Echteld, O: Reijnolt van Weelij, Z: en W: gemenestraat, N: de heer van Echteld. Get. Willem Geritss Crauwell. Echteld, 25-07-1653. Reijn van Weelij Janss en Alith Michiels van Moock echtel. prom. aan de kerk van Echteld 125 gld. c.i., uit hun huis en hofstede te Echteld, O: Jan Corneliss, Z: Dorpsstraat, W: Cornelis Borgerts, N: de heer van Echteld. Get. Henrick van Brienen; Abrahamus Raemakeruns; R. Lam. Echteld, 29-11-1653 en 10-12-1653. Cornelis Borgerss en zijn vrouw Willemken van Wijck prom. aan hun zoon Borgaert Corneliss en Neeltgen Janss echtel. 200 gld. c.i., uit een hofstedetje, door de debiteuren aangekocht van Reijn van Weelij. Gerl. Werner van Broeckhuijsen, scholtus; Adriaen Verwoert; Marcelis van der Sande; Bart van Hattum. (Bronnen: Rechterlijk Archief Nederbetuwe, inv.nr 203, deel 2, Protocol van bezwaar, Bank van Kesteren; Reynder van Wely en Aeltgen Michielsen van Moock, echtel. promisserunt aen die erffgenamen van wijlen den rentmeester Johan Blancken tweehondert acht ende tachtig gl – XV st. cum interesse, solvendo op may anno XVICLVI oft renten naer advenant nut: huys enden hoff met den boomgaert int dorp van Echteld; noch ses mergen landts aan de Oyschesteeg, in 1656. (Bron: Protocol van bezwaar Banken van Kesteren en Zoelen, RNB inv 204, Osenvorenreeks A31 nr. 30). Reynolt Janssen van Wely en Alit Michielsen van Moock – echtel. promisseruntaan Roeloff Aelbertssen Lam 150 gl. Cum interesse nuth huysinghe ende hoffstede staende ende gelegen op Echteld, 21-04-1656. (Bron: Protocol van bezwaar Banken van Kesteren en Zoelen, RNB inv 204, Osenvorenreeks A32 nr. 293). |
Kinderen:
Gedoopt op 12-01-1634 te Echteld.
Getrouwd op 21-03-1658 (t) te Buren met Cornelia de With,
afkomstig uit Utrecht, dochter van Willem de With.
Woonden buiten de Tolsteeghpoort te Utrecht.
Poorter van Amsterdam (poorterboek 07-11-1659, vermeldt dat hij afkomstig is uit Tiel). Beroep: wijnkoper. Later (in Dordrecht) houthandelaar.
Ten huize van Jacomijntje Denys, uijtdraechster, voor dien in huur bewoond door Franchoijs Carré, Herbergier, en aldaar gefailleerd, werd ten verzoeke van Jan de Bruyn en Michiel van Wely, als beschadigde borgen inventaris opgemaakt. (Bron: GA.Amsterdam. Proth. Nots Loenius. 29.6.1661 (door brand beschadigd). Gens Nostra jaargang 28 blz 107). Vermeld in notariële akte van notaris E. van Eck te Utrecht d.d. 24-06-1671 over een partij gezaagd eikenhout. Vermeld wordt ook zijn schoonvader. (bron: www.hetutrechtsarchief.nl). |
Kinderen:
Gedoopt op 31-01-1664 in de Domkerk te Utrecht. Overleden op 06-07-1711 te Ternate, Nederlands-Indië.
Beroep: Dominee.
Getrouwd op 15-03-1693 te Breda in de Kleine Kerk met Godelijva Strengh, wonende te Breda, Jansstraat.
Ds Wilhelmus van Welij, predikant uit Utrecht, was getrouwd met Godelina Strengh en woonde in 1696 aan de Hooglandse Kerkgracht te Leiden. Hij vertrok samen met zijn vrouw op 15 april 1702 op het VOC-schip “Wateringen” van de VOC kamer Delft, vanaf Goeree naar Batavia. Op 8 april hadden zij daarvoor attestatie gekregen. Hij verbleef korte tijd wegens ziekte aan de Kaap de Goede Hoop. Het paar vervolgde op 14 oktober 1702 de reis op het schip “De Suikermolen” van de VOC kamer Zeeland en kwam op 15 januari 1703 te Batavia aan. Zij woonden aldaar aan de Tijgersgracht. Wilhelmus was predikant in Ternate in 1704 tot aan zijn overlijden op 06 juli 1711. (Bronnen: vocopvarenden, database nationaal archief; Jaarboek CBG 1973, artikel “Leidse Vrouwen naar de Oost” door Yvonne Prins, blz. 211). Wilhelmus of Willem van Wely . Overl. Ternate en werd aldaar begr. Zijn wed. Godelina Streng werd op het Binnen Portugeesche kerkhof te Batavia begr. op 1 Maart 1723 uit haar huis W. Z. Tijgersgracht. (Bron: Ind.Nav. 1938, nr. 4 blz. 28 Aanvullingen op het “Biographisch Woordenboek van Oostindische Predikanten”). Op zijn grafsteen op de begraafplaats naast Fort Oranje staat : “Hier rust in den Heere / Wilhelmus van Wely / overleden 6 july 1711 / in zijn leven bedienaar / des Goddelijken woords / Hier swijgt die rappe tong.” (Bron: Bronnenpublicaties van de Indische Genealogische Vereniging, deel 6, blz. 45; ´s-Gravenhage, 1993) 1706 Rapport gedaen door den eerwaerden predikant Wilhelmus van Welij wegens de kerken en schoolen op de eijlanden Macquian en Batchian de dato 14 Februari 1706 (ontfangen den 27 Julij 1706 per d'Andromeda). NA 1.04.02 8075 Ternate 776 - 782 1708 Kerkelijk rapport van den eerwaarde Wilhelmus van Welij nopende sijn kerk en school visite op de westcant van Celebes, Sangir ende Noorder eijlanden (ontfangen den 14 Augustus 1708 per de Berkel). NA 1.04.02 8077 Ternate 105 - 146 1708 Kerkelijk rapport van den eerwaarde Wilhelmus van Welij op de eijlanden van Macquian en Batchian (ontfangen den 14 Augustus 1708 per de Berkel). NA 1.04.02 8077 Ternate 146 - 152 1710 Rapport van den eerwaarde predicant Wilhelmus van Welij wegens zijn gedaane kerk en schoolvisite op d'eijlanden van Macquian en Batchian gedateerd 22 Maard 1710 (ontfangen den 9 September 1710 per het schip 't Hoff van Ilpendam). NA 1.04.02 8079 Ternate 65 – 121 (Bron: Archief VOC vestiging Ternate; dagregisters). |
Kinderen:
Op Banda (Molukken) heeft mijn neef Evert van Welie in oktober 2006 het graf van Willem Adriaen van Wely gevonden bij een pas daarvoor (tijdens de onlusten tussen Christenen en Moslims) afgebrand kerkje uit 1600 in Banda Neira.. Op de grafsteen staat: “Hieronder ligt begraven Den heer Willem Adriaan van Weely, in leven Coopman en secunde deses Gouvernements, Geboren den 16e juny Ao 1694. Overleden den 14e may anno 1727”. Tevens op de grafsteen het familiewapen dat duidt op de tak van de familie waar deze stam aan gerelateerd is. |
Jan van Wely, wonende te Echteld, genoemd in een notariële akte van 11-01-1671 van notaris E. van Eck te Utrecht inzake de inning van gelden voor geleverde goederen door Willem de Wit uit Utrecht. |
Geboren ca. 1680.
Getrouwd:
1e huwelijk met Barber Hack
2e huwelijk op 20-04-1717 te Tiel met Maria (Gezina) Vroom, geboren te Tiel.
Hendryck was soldaat onder het regiment van de heer Brigadier Van Welderen in de compagnie van de Heer Majoor Til, in het garnizoen van de Graaf.
Kind:
Gedoopt NG op 16-06-1720 te Tiel. “De vader is paaps”. Begraven ca 1779 te ´s-Hertogenbosch.
Volgens poortersregister geboren te Tiel, poorter van ´s-Hertogenbosch geworden op 16-10-1751.
Getrouwd:
1e huwelijk te ´s-Hertogenbosch (RK) op 19-05-1748 met Walthera Laurentii Smits, gedoopt op 15-12-1715 te ´s-Hertogenbosch, dochter van Laurentius Smits en Wilhelmina Reineri de Gruijter.
2e huwelijk te ´s-Hertogenbosch op 27-11-1774 met Catharina Schreyesteyn.
Doopdatum en namen van zijn ouders zijn vermeld in het doopboek van de Nederlands Hervormde Gemeente te Tiel, thans aanwezig in het Rijksarchief te Arnhem. Willem is, hoewel protestants gedoopt, later katholiek geworden.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch, gedoopt op 16-02-1749 (RK in de St.Jan-St.Pieter-St.Catharina) te 's-Hertogenbosch.
Getrouwd te s-Hertogenbosch op 09-05-1779 met Petronella Christina Carel, geboren te ´s-Hertogenbosch op 08-02-1759.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 17-08-1795. Overleden te ´s-Hertogenbosch op 16-02-1841.
Getrouwd te ´s-Hertogenbosch op 08-02-1817 met Maria Anna Martina van der Heyden, geboren te ´s-Hertogenbosch op 19-06-1796, dochter van Hubertus van der Heijden en Catharina Meurs.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 30-08-1824
Beroep: meubelmaker.
Getrouwd te´s-Hertogenbosch op 05-05-1849 met Antonia van Nunen, geboren te Oisterwijk op 16-03-1827, dochter van Petrus Ludovicus van Nunen en Elisabeth Bannenberg.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 28-02-1850. Overleden te ´s-Hertogenbosch op 07-09-1930. Getrouwd te ´s-Hertogenbosch op 16-05-1874 met Wilhelmina Joanna Boshuijzen, geboren te ´s-Hertogenbosch op 10-04-1852, overleden te ´s-Hertogenbosch op .-03-1919, dochter van Johan Christiaan Boshuijzen en Jeanetta Wilhelmina Clazina Geertze.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 20-01-1877. Overleden te ´s-Hertogenbosch op 04-09-1946.
Getrouwd te ´s-Hertogenbosch op 14-08-1908 met Henrica Johanna Huberta Hermse, geboren te Zaltbommel, dochter van Wilhelmus Hermse en Francina Geertruida Lense.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 09-05-1910.
Getrouwd met Antonia Hoes.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 08-09-1883.
Getrouwd te Dordrecht op 10-04-1907 met Anthonia Elisabeth Schenauw, geboren te Dordrecht op 28-05-1880.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 23-10-1856. Overleden te Breda 29-4-1943. Overleden te Breda op 29-04-1943.
Getrouwd te´s-Hertogenbosch op 04-05-1885 met Cornelia Maria Harskamp, geboren te Breda op 10-11-1859, overleden te Breda op 24-04-1932, dochter van Johannus Carolus Harskamp en Cornelia Leijten.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 30-01-1860. Overleden te Tilburg op 29-01-1916 (woonde toen te Bergen op Zoom).
Beroep: koopman, logementhouder.
Getrouwd te Nijmegen op 18-01-1895 met Helena Maria Dahrs, geboren te Nijmegen op 19-03-1967, overleden op 30-11-1911 te Nijmegen, dochter van Simon Dahrs en Catharina Muller.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch op 20-01-1827. Overleden te Breda op 27-11-1895
Beroep: sergeant der infanterie.
Getrouwd op 31-05-1865 te Middelburg met Martha Dijkema, geboren te Oosterhout op 09-06-1835, dochter van Frurk Arents Dijkema en Johanna van der Waals.
Bij het huwelijk worden twee kinderen gewettigd.
Kinderen:
Geboren te Bergen op Zoom op 03-03-1864. Overleden te Hilversum op 25-12-1935,
Getrouwd te Gorinchem 11-09-1884 met Elisabeth Johanna van Tiel, geboren te Gorinchem op 09-09-1860, overleden te Hilversum op 11-10-1943, dochter van Hendrikus van Tiel en Wilhelmina Gerarda Scherff.
Kinderen:
Geboren te ´s-Hertogenbosch, gedoopt op 25-05-1751 (RK in de St. Jan-St. Pieter-St.Catharinakerk) te 's-Hertogenbosch. Overleden te Bergen op Zoom op 18-01-1814.
Getrouwd te Bergen op Zoom op 02-04-1780 (ondertrouw 18-03-1780) met Maria Lancen, geboren te Bergen op Zoom op 04-12-1750, overleden te Bergen op Zoom op 01-02-1823 dochter van Nicolaus Lancen en Gertrudis Vingerhoet.
Kinderen:
Geboren te Bergen op Zoom op 07-04-1781. Overleden te Roosendaal op 20-01-1839.
Notaris. Gemeentesecretaris.
Getrouwd te Roosendaal op 18-06-1811 met Johanna Petronella Piot, geboren te Leuven (België) op 05-06-1785, overleden te Roosendaal op 20-06-1870, dochter van Joannes Jacobus Piot en Anna Elisabeth Rogge..
Kinderen:
Geboren te Roosendaal op 22-11-1820. Overleden te Roosendaal op 05-02-1856.
Beroep: advocaat en Notaris.
Getrouwd te Roosendaal op 07-02-1850 met Johanna Maria Rubert, geboren te Roosendaal, overleden op 04-09-1888, dochter van Andreas Rubert en Adriana Jongenelen.
Kinderen:
Geboren te Roosendaal op 26-09-1853. Overleden te Roosendaal op 16-06-1920.
Leerlooier. Hij woonde in Roosendaal in een groot 17e eeuws huis, dat door een Van Wely zou zijn gebouwd.
Getrouwd te Waalwijk met Maria PetronelIa Verwiel, geboren te Waalwijk op 18-09-1856, overleden te Roosendaal op 21-07-1936, dochter van Cornelis Johannes Verwiel en Cornelia Margaretha Wilhelmina van Mierop.
Kinderen:
Hij noemde zich “Van Wely de Ram”.
Geboren te Roosendaal op 23-12-1824. Overleden te Maastricht ca. 1896.
Ontvanger Directe Belastingen te Halsteren. Op 01.01.1874 Rijksontvanger te Grave en op 02.07.1880 Rijksontvanger te Zaltbommel.
Getrouwd te Bergen op Zoom op 10-11-1864 met Louisa Johanna Theresia de Ram, geboren op 03-09-1833 te Bergen op Zoom, dochter van Johannes Adrianus de Ram en Henrietta Frederica Cornelia Maria Cuijpers.
Van dit echtpaar is een graf op het R.K.Kerkhof te Maastricht.
Kinderen:
Geboren te Roosendaal op 01-03-1830. Overleden te Roosendaal op 24-08-1882.
Beroep: Meelfabrikant.
Getrouwd te Breda op 05-10-1858 met Louise Catharina Lips, geboren te Breda op 12-01-1834, overleden te Terneuzen op 03-11-1905, dochter van Cornelis Joannes Cornelis Lips en Anna Joannes Baptista Crul.
Kinderen:
Geboren te Rotterdam op 24-07-1859.
Getrouwd met Morgan.
Woont in 1905 te Bristol, Groot-Brittannië.
Dit gezin vestigde zich aan het einde van de vorige eeuw in Engeland. Hij liet vijf nakomelingen na, waarvan er een, een meisje, op jeugdige leeftijd stierf. Twee zoons sneuvelden omstreeks 1916 in de eerste wereldoorlog.
De jongste van beiden liet een zoon na, eveneens Cornelius genaamd. De oudste zoon Louis heeft slechts twee dochters, de jongste schijnt een zoon te hebben..
Kinderen:
Geboren te Rotterdam op 20-12-1861. Overleden op 09-06-1939 te Wassenaar.
Beroep: sigarenfabrikant.
Getrouwd te Roosendaal op 22-07-1890 met Wilhelmina Adriana van Houten, geboren te Rotterdam op 07-11-1868, overleden op 26-07-1947, dochter van Willem Alexander van Houten en Lucia Adriana Vugts.
Kinderen:
Geboren te Esschen (Belgie) op 16-07-1891.
Getrouwd te Roosendaal op 25-09-1918 met Cornelia Maria Adriana Tierolff, geboren te Roosendaal op 25-03-1898, overleden te Bergen op Zoom op 13-08-1946, dochter van Cornelis Johannes Antonius Tierolff en Johanna Cornelia Doggen.
Kinderen:
Geboren te Roosendaal op 20-11-1864. Overleden te Roosendaal op 20-03-1927.
Sigarenfabrikant. Raadslid en wethouder van Roosendaal. Oprichter Koninklijke Harmonie “Vlijt en Volharding”
Getrouwd te Roosendaal op 24-04-1894 met Maria Hubertina Alphonse van Rooy, geboren te Roosendaal op 14-06-1871, dochter van Henricus Arnoldus van Rooij en Wilhelmina
Maria Paulusse.
Kinderen:
De tabaksindustrie in Roosendaal kende een stevige groei vanaf 1892 . Rond de eeuwwisseling komen er fabrieken bij zoals die van de gebr. Van Wely (1897). Deze fabriek groeit later uit tot de grootste van Roosendaal. Ook B.A. Giltay vestigde zich vanuit Gent in Roosendaal met een sigarenfabriek (1903). Tabakshandelaar J.A. den Hartog uit het Belgische Lede vestigde zich in Roosendaal met een stripperij. Dit bedrijf bestaat tot 1913 waarna de eigenaar vertrekt naar Zuid Amerika. |
Geboren te Roosendaal 18-10-1897. Overleden op 01-08-1955 te Roosendaal.
Directeur, later lid van de Raad van Beheer van de N.V. K.V.W. (Kaveewee) sigarenfabrieken.
Getrouwd te Roosendaal op 26-09-1928 met Jeanette Cornelia Maria Bastiaansen, geboren te Roosendaal op 05-02-1905, overleden op 20-09-1975 te Holzkirchen bij München (Duitsland).
Kinderen: 7 (niet vermeld).
Geboren te Roosendaal op 14-04-1904. Overleden op 12-07-1974.
Getrouwd te Esschen (België) met Henrietta Antonia Maria Josepha de Bruyn, geboren te Esschen (België) op 18-10-1901, overleden te Roosendaal op 01-04-1996.
Kinderen: 4 (niet vermeld).
Geboren te Roosendaal op 14-09-1907. Overleden te Etten-Leur op 18-12-1979.
Getrouwd te ´s-Gravenhage op 09-09-1939 met Jeanette Maria Antonia van Zuilen, geboren te Roosendaal op 18-06-1907.
Kind: 1 (niet vermeld).
Geboren te Roosendaal op 26-06-1913. Overleden te Leiden op 05-11-1971 (Begraafplaats Rhijnhof).
Opticiën. Meester opticus der Staatsvakhogeschool te Jena.
Getrouwd te Leiden op 08-01-1940 met Gesina Aleida Maria (Sini) van Deene, geboren te Leiden op 01-05-1906, overleden op 20-12-1990 te Vught, dochter van Gerardus Johannes van Deene en Bernardine Louisa Wilhelmina Smulders.
Kinderen: 5 (niet vermeld).
Geboren te Bergen op Zoom op 17-11-1827. Overleden te Schiedam op 29-07-1915.
Beroep: Bakker.
Getrouwd te Schiedam op 11-06-1856 met Joanna Margaretha Lucas, geboren te Schiedam op 19-10-1825.
Volgens GA Schiedam zijn zij op 09-12-1865 naar Rotterdam vertrokken
Kinderen:
Geboren te Bergen op Zoom op 03-11-1838. Overleden te Rotterdam op 15-08-1880.
Getrouwd te Rotterdam op 29-07-1868 met Maria Johanna Francisca Corsini, geboren te Rotterdam op 03-11-1846, overleden te Rotterdam op 15-08-1874, dochter van Jan Jeronimus Corsini en Adriana Maria Hollander.
Kinderen:
Geboren te Rotterdam op 12-02-1872. Overleden te Harmelen op 22-07-1959, begraven RK kerkhof te Harmelen.
Begiftigd met de Pauselijke onderscheiding “Pro Ecclisia et Pontifice”. Erelid van de Sint Vinventiusvereniging te Amsterdam.
Getrouwd te Amsterdam op 26-05-1898 met Catharina Maria Carolina Frankenmolen, geboren te Amsterdam op 25-04-1875.
Kinderen:
Geboren te Amsterdam op 30-07-1899
Getrouwd te Amsterdam op 22-10-1925 met Hermina Reinera Maria van de Vliet, geboren te Haarlem op 08-08-1895.
Kinderen: 4 (niet vermeld).
Geboren te Amsterdam op 05-04-1901.
Getrouwd met Eleonore Benjamine Clemens, geboren te Padang (Indonesië) op 13-10-1907.
Kinderen: 2 (niet vermeld).
Geboren te Amsterdam op 11-07-1917.
Getrouwd te Hilversum 12-05-1943 met Johanna Catharina Francisca Hansen, geboren te Amsterdam op 08-11-1915.
Kinderen: 3 (niet vermeld).
Geboren te Bergen op Zoom op 17-08-1841. Overleden te Amsterdam op 02-04-1914.
Getrouwd te Amsterdam op 29-11-1877 met Hendrika Elisabeth Beukers, geboren te Amsterdam op 19-05-1848, overleden te Amsterdam op 01-01-1902.
Kinderen:
Geboren te Amsterdam op 22-11-1881. Overleden op 18-02-1957 te Ouderkerk aan de Amstel, begraven te Amsterdam, RK kerkhof Sint Barbara.
Beroep: confectioneur.
Getrouwd:
1e huwelijk te Amsterdam op 21-08-1913 met Louisa Liesker, geboren te Nieuwer Amstel op 01-06-1885, overleden te Zaandam op 10-11-1918.
2e huwelijk te Zierikzee op 09-02-1920 met Maria Anna Catharina Ideler, geboren te Zierikzee op 15-01-1884, Overleden te Amsterdam op 21-04-1934, dochter van Bernard Henrich Ideler en Maria Anna Catharina Ermen.
Kinderen:
Geboren te Zaandam op 07-05-1914.
Beroep: assistent-accountant.
Getrouwd te Goes op 01-05-1943 met Nicoline Antonia van de Poel, geboren te Utrecht op 13-06-1918.
Kinderen: 2 (niet vermeld).
Geboren te Zaandam op 31-01-1916.
Getrouwd te Koog aan de Zaan op 23-05-1944 met Maria Arnolda Clazina Willenborg, geboren te Amsterdam op 05-04-1913.
Kinderen: 3 (niet vermeld).
Bronnen o.a.:
Vanaf XVb. Hendrick Jansse van Wely:
Laatst bijgewerkt op
19.10.2023 0:18
uur.
Copyright © 2019 -
G.L. van Welie
Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
Levende personen zijn in verband met hun privacy niet altijd vermeld. Waar mij wel gegevens bekend zijn van deze nazaten is dat aangegeven met (niet vermeld).
Tussen haakjes is soms mijn bron vermeld: (adv) betekent dat mijn bron een familie(adv)ertentie is. Daar waar ik zelf gegevens heb gecheckt met de burgelijke stand (bs) of dtb boeken van de kerk: (d)oopboek, (t)rouwboek (b)egraafboek heb ik dat erbij vermeld.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen?